Er is geen boomsoort te bedenken die op zo veel aspecten van onze geschiedenis invloed heeft gehad. Ook de dendrochronologie ontsnapt er niet aan.
Het sterke en duurzame hout van deze soort maakte het eeuwenlang een favoriet voor timmerlieden en scheepsbouwers. De onverzadigbare vraag naar eikenhout betekende dat inheemse bossen na de Middeleeuwen niet meer in staat waren voldoende te leveren. Nederland vormde het centrum van een uitgebreid handelsnetwerk dat gebieden door heel Europa verbond. Dit hout werd voor een groot deel voor de scheepsbouw gebruikt, maar werd ook weer verder verhandeld. Transport verliep hoofdzakelijk over water; via de rivieren middels vlotten en langs de kust met speciaal daarvoor ingerichte schepen.
Voor de dendrochronologie is eik minstens zo belangrijk. Het vormt de basis voor de millennia lange referentiecurven die een groot deel van het Holoceen bestrijken. In de dagelijkse praktijk valt het meeste onderzochte eikenhout tussen de IJzertijd en de 19e eeuw. Door deze tijdspanne treden veranderingen op in afmeting, bewerking en groeisnelheid van eikenhout. Deze veranderingen weerspiegelen demografische ontwikkelen door de eeuwen heen; als inheemse, dichte bossen plaats maken voor cultuurlandschap verdwijnen de woudreuzen en verschijnen sneller en onregelmatiger gegroeide eiken die typisch zijn voor een open cultuurlandschap. Tegelijkertijd verschijnt steeds meer geïmporteerd eikenhout en worden afmetingen kleiner naarmate bomen sneller gekapt worden en efficiënter verwerkt worden. Pas als de exportgebieden ook uitgeput raken, wordt gekeken naar goedkoper naaldhout. De eik heeft als voordeel dat deze honderden jaren oud kan worden. Daarnaast vormt de eik ieder jaar een jaarring en is deze goed te onderscheiden. Het jaarringpatroon geeft de klimatologische omstandigheden goed weer, waardoor deze soort uitstekend geschikt is voor dendrochronologisch onderzoek. Alhoewel eik vaak voorkomst is een waardering van ieder stuk eik noodzakelijk om daadwerkelijke geschikte exemplaren te identificeren.

Eikenhout dat in de bodem wordt aangetroffen heeft vaak een andere kleur dan vers eikenhout. Het kernhout wordt een paarsachtig zwart terwijl het spinthout bleek geel blijft.