De fijnspar levert vurenhout; vandaag de dag niet meer weg te denken, maar vroeger geen buitengewoon populaire houtsoort.
De fijnspar kent een zeer groot verspreidingsgebied. Zowel in grote delen van continentaal Europa als Scandinaviƫ is dit een algemene boomsoort en is alleen daarom al economisch belangrijk.
Een lange tijd werd echter de voorkeur aan eik en grove den gegeven. Pas nadat deze niet meer (gemakkelijk) te verkrijgen waren, werd een beroep gedaan op vurenhout.
Het hout is niet erg duurzaam (vergelijkbaar met zilverspar) en wordt in kleine aantallen aangetroffen en dan vaak gemengd met grove den of zilverspar. De fijnspar wordt in diverse toepassingen, zoals tonduigen en bouwhout aangetroffen. Alhoewel bekend is dat fenomenale hoeveelheden fijnspar gebruikt zijn als heipalen, neemt de soort voor dendrochronologisch onderzoek een ondergeschikte rol in.
De grootste beperking wordt gevormd door de snelle aanwas van de boom en het korte jaarringtraject dat hiermee gepaard gaat. Daarnaast bevat het jaarringpatroon veel invloed van lokale standplaatsfactoren en weinig invloed van algemene factoren. Hierdoor is de soort lastig te dateren.
In sommige gevallen kan fijnspar gedateerd worden met referentiemateriaal voor grove den of zilverspar uit hetzelfde gebied.
De bewerkingsvorm is even divers als de toepassing en alleen als rondhout kan met zekerheid een kapjaar bepaald worden.
Al met al is fijnspar geen ideale houtsoort, maar kan wel degelijk gedateerd worden. Met name de kleine hoeveelheden waarin het aangetroffen wordt, maakt het lastig de bovengenoemde knelpunten te overkomen.